1. Huh, wat is dat?

2.

3. Hij weet niet wat hij ervan denken moet

4. Hoppa, in galop de wei in

5. Hooi eten met "mama"

6. "Tante Baranna, wat is dat witte spul?"

7. Lieve Marga

8. Hij zag de buurvrouw met de boxer-pup die als een dolle door de sneeuw scheurde

9. Even lekker in de poep gelegen vannacht

10. Lekker ding

11. Fleurtje pesten

12. hihi, dat kuifje

13. Knapperd

14. Hihi, wéér dat kuifje

15.
