Ponyrijden... waar is de shetlander?
Geplaatst: za 16 jan 2010, 20:44
Een slag in de beugels, grote bange blauwe ogen, verkrampte armpjes en aangeknepen billen.
En dat alles op een prachtig A-welshje, met nog grotere ogen. Een mooie hals, een ‘pittige’ uitstraling en net zulke aangespannen billen.
Ready for take-off.
‘Mám, ik durf niet meer.’ Om haar heen vliegen weer drie paarden die minstens de dubbele hoogte van deze combinatie hebben, de bak door. Zuchtende ruiters. Vijf weken sneeuw, een grote pensionstal zonder mogelijkheid tot weidegang of buiten staan en allemaal wedstrijdgerichte ruiters. Longeren mag niet in de binnenbak. ‘Jeetje wat doen ze allemaal gek.’ ‘Doe toch eens normáál!’
Het Welshje doet een rondje mee. Zestig meter full-speed naar de overkant. Het meisje klampt zich met haar korte beentjes vast om haar pony, haar evenwicht raakt ze kwijt en haar handen die de teugels in vuisten omklemmen schieten omhoog.
‘Handen laag! Zitten blijven! Doe rustig!’
De pony stopt in de hoek bij de uitgang. Nou ja stoppen, hij briest en verplaatst zich in een dribbel stapje met zijn prachtige hals rond en opgericht en zijn grote ogen wit-omrand. Het meisje huilt. ‘Ik vind het eng, ik wil eraf.’
‘Niet huilen, vooruit rijden, zo wordt hij alleen maar drukker. Been eraan. Laat hem vooruit gaan.’
Het meisje doet wat haar wordt opgedragen. Verkrampt als ze is. Pony gilt en ontploft even, deze keer omhoog. ‘Vóóruit rijden zeg ik toch, niet aan je teugels hangen, rij dóór.’
Het meisje blijft zitten, pony stopt de show en draaft in zijn eigen tempo weer verder, zijn beentjes sierlijk dragend, staart in de lucht, zijn kleine oortjes naar voren gespitst. Ja, het is een prachtige pony. Om te zien.
Het meisje wordt geroepen. Ze gaat springen. Eigenlijk wil ze vandaag niet springen zegt ze. Maar, 'ze moet wel even springen, ze is toch niet bang voor haar eigen pony? Hup, niet zo zeuren gewoon even springen.'
Meisje draaft voorzichtig aan. Pony maakt een struikelsprongetje over de hindernis. ‘Ja je moet er wel aan ríjden. Dit is niks. Zet hem er eens recht voor en rij eens door. Zo wordt het natuurlijk niks.’
Meisje draaft iets harder op de hindernis af. Pony gilt vlak voor de sprong, heeft een grote ruimte tussen zijn korte beentjes en het stijltje. Zodra de pony is geland licht hij zijn gil van voor de sprong nog even toe met een handstand.
Meisje haar rechtervoet, gehuld in een pluche snowboot, schiet door de beugel. Haar pony galoppeert al huppelend verder. Meisje gilt en huilt.
‘Niet gillen! Niet huilen! Daar wordt hij alleen maar drukker van!’ Meisje huilt verder. ‘Wat is er nou? Het gaat toch goed?’ Meisje blijft huilen en weet haar pony in de hoek te stoppen. ‘Oh zit je voet vast? Haal er maar even uit.’ Het meisje huilt dat het zeer doet.
‘Wil jij haar laarzen even halen mam?’
Mam gaat de laarzen halen. Het meisje stapt al snikkend rond op haar pony, die nu, bij hoge uitzondering, zoals nog even wordt genoemd, want eigenlijk moet ze het zelf doen natuurlijk, tijdelijk wordt vastgehouden.
Mam komt terug, met bruine lederen paardrijlaarsjes. Zo, nu heb je je laarzen. Gaan we weer springen. En nu wel rijden hè.
Prachtige pony. Lief, klein, meisje, lange blonde haren, grote blauwe ogen. Bruine cap, bruine laarsjes. Mooie bodywarmer. Prachtige combinatie.
Maar fraai is anders.
En dat alles op een prachtig A-welshje, met nog grotere ogen. Een mooie hals, een ‘pittige’ uitstraling en net zulke aangespannen billen.
Ready for take-off.
‘Mám, ik durf niet meer.’ Om haar heen vliegen weer drie paarden die minstens de dubbele hoogte van deze combinatie hebben, de bak door. Zuchtende ruiters. Vijf weken sneeuw, een grote pensionstal zonder mogelijkheid tot weidegang of buiten staan en allemaal wedstrijdgerichte ruiters. Longeren mag niet in de binnenbak. ‘Jeetje wat doen ze allemaal gek.’ ‘Doe toch eens normáál!’
Het Welshje doet een rondje mee. Zestig meter full-speed naar de overkant. Het meisje klampt zich met haar korte beentjes vast om haar pony, haar evenwicht raakt ze kwijt en haar handen die de teugels in vuisten omklemmen schieten omhoog.
‘Handen laag! Zitten blijven! Doe rustig!’
De pony stopt in de hoek bij de uitgang. Nou ja stoppen, hij briest en verplaatst zich in een dribbel stapje met zijn prachtige hals rond en opgericht en zijn grote ogen wit-omrand. Het meisje huilt. ‘Ik vind het eng, ik wil eraf.’
‘Niet huilen, vooruit rijden, zo wordt hij alleen maar drukker. Been eraan. Laat hem vooruit gaan.’
Het meisje doet wat haar wordt opgedragen. Verkrampt als ze is. Pony gilt en ontploft even, deze keer omhoog. ‘Vóóruit rijden zeg ik toch, niet aan je teugels hangen, rij dóór.’
Het meisje blijft zitten, pony stopt de show en draaft in zijn eigen tempo weer verder, zijn beentjes sierlijk dragend, staart in de lucht, zijn kleine oortjes naar voren gespitst. Ja, het is een prachtige pony. Om te zien.
Het meisje wordt geroepen. Ze gaat springen. Eigenlijk wil ze vandaag niet springen zegt ze. Maar, 'ze moet wel even springen, ze is toch niet bang voor haar eigen pony? Hup, niet zo zeuren gewoon even springen.'
Meisje draaft voorzichtig aan. Pony maakt een struikelsprongetje over de hindernis. ‘Ja je moet er wel aan ríjden. Dit is niks. Zet hem er eens recht voor en rij eens door. Zo wordt het natuurlijk niks.’
Meisje draaft iets harder op de hindernis af. Pony gilt vlak voor de sprong, heeft een grote ruimte tussen zijn korte beentjes en het stijltje. Zodra de pony is geland licht hij zijn gil van voor de sprong nog even toe met een handstand.
Meisje haar rechtervoet, gehuld in een pluche snowboot, schiet door de beugel. Haar pony galoppeert al huppelend verder. Meisje gilt en huilt.
‘Niet gillen! Niet huilen! Daar wordt hij alleen maar drukker van!’ Meisje huilt verder. ‘Wat is er nou? Het gaat toch goed?’ Meisje blijft huilen en weet haar pony in de hoek te stoppen. ‘Oh zit je voet vast? Haal er maar even uit.’ Het meisje huilt dat het zeer doet.
‘Wil jij haar laarzen even halen mam?’
Mam gaat de laarzen halen. Het meisje stapt al snikkend rond op haar pony, die nu, bij hoge uitzondering, zoals nog even wordt genoemd, want eigenlijk moet ze het zelf doen natuurlijk, tijdelijk wordt vastgehouden.
Mam komt terug, met bruine lederen paardrijlaarsjes. Zo, nu heb je je laarzen. Gaan we weer springen. En nu wel rijden hè.
Prachtige pony. Lief, klein, meisje, lange blonde haren, grote blauwe ogen. Bruine cap, bruine laarsjes. Mooie bodywarmer. Prachtige combinatie.
Maar fraai is anders.